Hoewel we altijd al met onszelf verenigd zijn, ervaren we dat meestal niet zo. We hebben allemaal wel een bepaald beeld van onszelf. We zien onszelf bijvoorbeeld als dochter, zoon, moeder, vader, als vriend(in), werknemer, directeur, buurvrouw ect… en daarnaast identificeren we ons ook vaak met fysieke en mentale kenmerken: ik ben gezond, ziek, gevoelig, sterk, intelligent, klein etc. Deze rollen en eigenschappen geeft ons een identiteit.
Onze identiteit is constant in beweging. Werkzaamheden en Rollen komen en gaan. Ook het lichaam verandert continu. Van gezond naar ziek en van ziek naar gezond. Soms voelt het lichaam, stijf, stram aan en soms flexibel . Dan zijn we sterk, dan weer zwak, we beginnen jong, en worden ouder.
Ook veranderen onze stemmingen: dan voelen we ons verdrietig en dan opgewekt, boos, tevreden, ze wisselen elkaar steeds af er is continu beweging. Daar komt de stroom van gedachten nog bij. Overtuigingen en zienswijzen evolueren, veranderen. Soms gebeurt het snel, soms langzaam.
Als je dit bij jezelf hebt waargenomen, dan ontstaat als vanzelf de vraag: